Historisch archief

Het Historisch Archief is een kleine organisatie van vrijwilligers die het papieren geheugen en de historische voorwerpen van het landgoed en het huis Oranje Nassau’s Oord beheert en voor het publiek toegankelijk maakt.

Heeft u vragen over de historie van het landgoed en het huis Oranje Nassau’s Oord? Dan kunt u een mail sturen naar historischarchief@zinzia.nl.

Een kussenkast op Oranje Nassau’s Oord

In het gebouw van Oranje Nassau’s Oord bevinden zich een aantal oudheidkundige voorwerpen. Daartoe behoort ook een prachtige zeventiende eeuwse kast, een zogenaamde kussenkast, die momenteel op de gang op de tweede verdieping staat, nabij vergaderruimte 1. Hoe is dat fraaie meubelstuk op Oranje Nassau’s Oord terechtgekomen?

Op 3 mei 1954 overleed in zijn woning aan de Hilversumse Bisonlaan de drankenhandelaar Kasper Hiddink. De overledene was niet gehuwd en is ook nimmer gehuwd geweest. Hiddink had een omvangrijk vermogen nagelaten. Een deel van de nalatenschap ging naar bijzondere personen zoals zijn huishoudster. Voor de rest wees hij drie instellingen die tuberculoselijders verzorgden aan als zijn erfgenamen, elk voor een gelijk deel. Tot die drie instellingen behoorde ook Oranje Nassau’s Oord. Afgezien van een groot aantal voorwerpen bezat de overledene ook een bedrijf met 27 drankwinkels. De ontvlechting en ontmanteling van dit complex vergde een correspondentie die zich over zes jaar uitstrekte en twee dikke mappen omvatte.

boek ono

In 2001 bestond Oranje Nassau’s Oord 100 jaar. Het boek dat ter gelegenheid hiervan is uitgegeven, is nog te leen bij de bibliotheek.

Voorkant Inventaris Historisch Archief_website

In 2018 is de ‘Inventaris van het Archief 1899 – 1971’ gepubliceerd. U kunt hieronder een digitale uitgave van deze inventaris downloaden.

Download: Inhoudsopgave, inleiding, archiefschema en inventaris 1899 – 1971

Download: Bijlagen 1 & 2: Beschrijving van kaarten, plattegronden, tekeningen en overige visuele documenten & Lijst van geneesheer-directeuren tot 1971

Geschiedenis

Hieronder vind je verhalen over de geschiedenis van Oranje Nassau’s Oord. Deze zijn samengesteld door de vrijwilligers van het historisch archief

Geschiedenis Oranje Nassau’s Oord in beeld

Vrijwilligers Kees Gast vertelt over de geschiedenis van Oranje Nassau’s Oord als TBC-kliniek.

Hoe Koningin Emma Oranje Nassau’s Oord schonk

Op 31 augustus 1898 eindigde het regentschap van koningin Emma. Zij vervulde die taak omdat haar dochter Wilhelmina na de dood van koning Willem III in 1890 nog maar 10 jaar oud was. Uit dankbaarheid is er een geldinzameling gehouden door een ‘hoofdcommissie’ onder voorzitterschap van mr. S.A. Vening Meinesz, burgemeester van Amsterdam. Die commissie werd bijgestaan door provinciale en plaatselijke comités in alle delen van het land. Gezamenlijk waren dit niet minder dan 12.000 man. De namen van deze 12.000 vullen 200 pagina’s van het gecalligrafeerde boekwerk, dat koningin Emma  op vrijdag 2 september werd aangeboden. De eentonigheid van zoveel namen wordt verbroken doordat er meer dan 1000 gekleurde wapens van provinciën en gemeenten en ongeveer 260 pentekeningen van merkwaardige of historische gebouwen, monumenten, stads- en dorpsgezichten en klederdrachten uit Nederland en zijn koloniën zijn aangebracht. De inhoud van het album is geheel ontworpen door de Gebroeders Grevenstuk, hofcalligrafen. Het album bevat verder het wapen van Koningin Emma, enkele pentekeningen van paleizen, waar de Regentes geregeld verblijf hield, terwijl er op het titelblad de volgende opdracht staat:

Aan Hare Majesteit EMMA, Koningin-weduwe,Regentes van het Koninkrijk.31 augustus 1898. Het dankbare Nederlandsche Volk

De bloemen in de letters EMMA hebben een symbolische betekenis:
E:  Edelweiss      het symbool van onbevlekte adel;
M: Madeliefjes   het symbool van beminnelijke eenvoud;
M: Myrthe    het symbool van alles omvattende liefde;
A: Aster        het symbool van nimmer falende trouw.

Bestemming van drie ton
Bij de overhandiging van dit album deelde de voorzitter mee, dat in totaal een bedrag van totaal een bedrag van 300.000 gulden was bijeengebracht. Koningin Emma sprak daarna onder meer de volgende dankwoorden:
“Ik ben zeer getroffen door uwe woorden; het geschenk, mij aangeboden door het Nederlandse volk bij het nederleggen van het Regentschap, stel ik op de hoogste prijs. Sedert  lang was het mijn wens ene stichting in het leven te roepen, waarvan ik geloof dat grote behoefte bestaat; ik bedoel een sanatorium voor longlijders, in de eerste plaats ten bate van hen die de middelen missen in het buitenland hulp te zoeken tegen de vreselijke kwaal, die, helaas! in ons vaderland zo veelvuldig voorkomt en zulke ernstige gevolgen na zich sleept. Ik hoop eerlang de vrije beschikking te krijgen over het landgoed Oranje Nassau’s oord bij Renkum en dit af te staan voor het doel dat mij lief is. Door deskundigen voorgelicht, stel ik mij voor op dat landgoed het eerste Nederlandse sanatorium te stichten. Dat het geschenk van het volk, dat ik liefheb, mij daartoe in staat stelt, maakt mij oprecht gelukkig en stemt mij tot grote dankbaarheid.

Deze daad betekende een wel zeer gelukkig einde van het regentschap. De tuberculose eiste in die jaren ontzaglijk veel slachtoffers en de strijd tegen deze volksziekte was eigenlijk nog nauwelijks ter hand genomen. Het ‘volkssanatorium voor borstlijders’, waar in medische kringen wel reeds aan gedacht was, werd plotseling werkelijkheid. Dat Koningin Emma behalve het ingezamelde geld tevens Oranje Nassau’s Oord ter beschikking stelde, maakte het mogelijk, reeds op zeer korte termijn de eerste patiënten te ontvangen.

De kruikenmoeder
Kruikenmoeder

Voor de oorlog, toen Oranje Nassau’s Oord nog een sanatorium voor tbc–lijders was, kon deze gevreesde ziekte enkel met een regiem van rust en goede voeding bestreden worden. Een medicijn waarmee de kwaal kon worden genezen was er nog niet. Met bovengenoemd regiem probeerde men de patiënt zodanig op krachten te laten komen dat zijn lichaam de strijd tegen de tuberkelbacil  aankon. Rust in de buitenlucht was daarbij erg belangrijk, vooral koude buitenlucht. De patiënten lagen in lighallen die aan een kant open waren. In de winter kon het ontzettend koud zijn zoals een anekdote uit 1929 van een patiënte vertelt. ‘Op een dag dat mijn broer kwam vroor het dertig graden en wij lagen dik ingepakt op de veranda.  Hij was ook dik aangekleed, maar stopte wel zijn benen bij mij onder de dekens om warmte te zoeken’. Tot dat ‘dik ingepakt’ zijn behoorde ongetwijfeld ook  een warme kruik uit de zogenaamde kruikenmoeder. Zo’n kruikenmoeder bestond uit een reeks in de muur aangebrachte, door een electrisch element verwarmde houders, waarin kruiken in de vorm van met paraffine gevulde roestvrij stalen flessen pasten.  Als de paraffine warm was brachten de zusters de flessen naar de patiënten in een speciale kruikendrager, een emmer met houders waarin ruimte kruiken pasten. Zo bleven de flessen onderweg zo warm mogelijk.

Kunstwerken op Oranje Nassau’s Oord: Bloemenweelde en de Bakhuysens

Oranje Nassau’s Oord beschikt over een aantal fraaie schilderijen van kunstzinnige waarde, verkregen vanuit nalatenschappen en schenkingen. 

Dit prachtige schilderij, dat bekend staat als Parkgezicht met bloeiende heesters en bloemen, maar ook als Bloemenweelde, is te bewonderen op de tweede verdieping van Oranje Nassau’s Oord, nabij de lift. Het is gemaakt door Antonius Bernardus (‘Anton’) Dirckx, Rotterdam 1878 – Den Haag 1927. Het werk is gesigneerd en gedateerd ‘1917’.

Anton Dirckx maakte een studiereis naar Italië. Hij schilderde en aquarelleerde landschappen en stadsgezichten en had ook aandacht voor bloemen, in het bijzonder voor de Hollandse bollenvelden. Het schilderij komt uit de nalatenschap van de in Den Haag op 9 maart 1936 overleden mevrouw A.H.G van den Bergh-Sloenhek.

Bovenstaande geschilderde portretten zijn te vinden in het trappenhuis naar de tweede verdieping.  Het zijn portretten van A. Bakhuysen Schuld, geneesheer-directeur van Oranje Nassau’s Oord van 1907 tot 1929, en zijn echtgenote mevrouw P.J. Bakhuysen. De maker van deze portretten is niet bekend. De portretten zijn in 1961 geschonken door mevrouw C. Bakhuysen – van Veen, schoondochter van de geportretteerden.