Opnieuw de schoolbanken in. Nog meer leren van en over Zinzia en het werk als helpende. Begin mei was het dan zover, het leerteam is van start! Angela en Sandra zijn twee van de 12 leerlingen die het opleidingstraject tot helpende gaan volgen. De komende periode volgen we hen; van de eerste dag, een dienst als helpende, tot het behalen van het certificaat. In deze editie nemen we een kijkje bij een lesdag.

In een snikhete vergaderzaal geeft Annemieke Klijnhout, docent bij opleidingsinstituut SVOZ, de leerlingen uitleg over een casus. Aan de hand van deze casus moeten de leerlingen in tweetallen een rapportage schrijven. Ze maken hier gebruik van de SOEP of SOAP-methode. “Moeten wij als helpende ook rapporteren? Wij hebben toch alleen een signalerende functie?”, vraagt een leerling. “Dat klopt. Jullie rapporteren wat jullie signaleren. Bijvoorbeeld dat meneer vaak naar het toilet gaat. Deze informatie is voor de verpleging heel waardevol”, geeft Annemieke als antwoord.

De leerlingen gaan aan de slag. De letters van SOEP, of SOAP, staan ergens voor. De s is van subjectief, dus wat geeft de bewoner zelf aan. De o is van objectief. Sandra leest de omschrijving uit haar werkmap voor: “Wat is objectief? Objectief is de directe observatie door jou waargenomen.” Ondertussen wappert ze met haar notitieblokje zodat ze iets afkoelt. De e staat voor evaluatie. “Wat hebben jullie bij p ingevuld?”, vraagt Sandra aan haar buurman. De p staat voor plan.

De uitwerktijd van deze casus is voorbij. Klassikaal loopt Annemieke de casus door. “Is het jullie gelukt? Het is best lastig hè om goed te rapporteren. Begin altijd met wat de bewoner zelf zegt en doet. Laten we de casus erbij pakken. Kunnen we iets met dat meneer COPD heeft?” De leerlingen antwoorden negatief. “Nee. En met dat de vrouw van de bewoner pas is overleden? Ook niet. Je moet uitzoeken wat wel of niet van belang is. Je moet filteren wat je hebt gezien en waar je iets mee kunt”, legt Annemieke uit. De leerlingen knikken begrijpend. “Het gaat om de bewoner, niet om jou. Ga dus uit van wat de bewoner zegt en doet”, besluit Annemieke.

Improviseren

Na de pauze zoekt de groep verkoeling op. Ze vervolgen de les buiten onder een grote eikenboom. “We gaan even improviseren maar dat moeten jullie in je werk ook dus dat kunnen jullie wel.” De leerlingen zitten om Annemieke in het gras. Nog een casus. Ook hierbij komt de SOEP-methode van pas. “Kom we gaan weer even samen de soep in”, spreekt Annemieke de groep toe. De leerlingen lachen. “Ik ben eigenlijk meer van de soap”, reageert een leerling lachend.

Is het de buitenlucht of is de casus makkelijker? Hoe dan ook, het lijkt de leerlingen deze casus beter af te gaan dan de eerste casus.